Coronapapers Bryte

In de eerste aflevering van de Coronapapers spreken we met Tom Zwinkels. Algemeen directeur bij Bryte. Een relatief nieuwe naam in de tomatenwereld, maar met bekende gezichten. Door een fusie op 1 januari 2019 ontstond Bryte. Dukker Tomaten en Zwinkels Tomaten besloten voor de toekomst de handen in een te slaan en door te gaan als Bryte. Ze lieten het familiegeleide bedrijf los om te kiezen voor een bedrijf van families, maar met de ruimte voor ander talent.

Een fusie voor de toekomst

‘Ik zie geen toekomst in traditionele familiebedrijven in de groenteteelt. De bedrijven worden te groot, te kapitaalintensief en er is te veel specifieke kennis nodig om bedrijven van deze omvang te kunnen leiden.’ Zo geeft Tom de reden achter de fusie. ‘In de huidige tijd van schaalvergroting is er meer nodig dan alleen een familie om het bedrijf te leiden. We kijken niet alleen meer naar familie, maar juist naar de competenties die nodig zijn om een bedrijf op deze schaal te leiden.’ Continuïteit en de schaalvergroting waren de grote drijvers achter de fusie. Om in de toekomst te kunnen voortbestaan zagen beide bedrijven de voordelen van schaalvergroting. ‘We zitten in een wedstrijd in de tomatenmarkt. We hebben besloten om deze wedstrijd aan te gaan. De marges worden dunner en door schaalvergroting kan je onder andere efficiënter de producten leveren. We zagen dat de fusie voor ons deuren openden, die voorheen gesloten bleven.’

In het vijfjarenplan van Bryte is een ambitieuze doelstelling opgenomen om het areaal aan glas te verdubbelen binnen nu en vijf jaar. Dit kan zowel organisch als door middel van acquisitie gebeuren. Tom ziet voordelen voor tuinders om mee te gaan in de vernieuwing: ‘Het voordeel van fuseren of overgaan in een groter geheel, is dat wij de kans bieden voor het bedrijf om een toekomst te hebben. Bedrijfscontinuïteit is een groot vraagstuk op dit moment in de tuinbouw. Steeds minder jongeren zijn geïnteresseerd in het overnemen van het bedrijf van de ouders, daarnaast kan de opvolging simpelweg niet aanwezig zijn of moet de opvolger eerst nog vlieguren maken om klaar te zijn voor de volgende stap. Door te kiezen voor deze oplossing is de toekomst van het bedrijf, de ondernemer en diens opvolging veiliggesteld.’


Grote en kleine problemen door Corona: Plannen ‘de koeltas in’

Flinke plannen dus bij de jonge onderneming Bryte. Eind vorig jaar was men dan ook bezig met nieuwbouw. De nieuwe milieunormen waren een eerste spelbreker, de tweede was de coronacrisis. ‘Overheden en semioverheden moesten opeens massaal thuiswerken. Een afspraak maken ging niet meer en het antwoord dat we dan kregen was simpelweg: ‘we weten het ook niet.’’ De ene benodigde vergunning werd wel afgeven, maar de andere niet. ‘We gaan geen miljoenen investeren om een museum te bouwen’ was de conclusie van Tom. De plannen voor de uitbreiding door middel van nieuwbouw konden dus de koelkast in. Of zoals Tom het zelf liever verwoord ‘de koeltas in’. De plannen zijn er nog wel, maar die zijn even naar de achtergrond. Sowieso ging er eerst aandacht uit naar de gevolgen van Corona en het naleven van de richtlijnen van het RIVM.

‘We hebben geluk gehad dat wij onderdeel van een vitale sector zijn. Als dit niet zo was geweest dan hadden we na drie weken de tomatenplanten kunnen ruimen. Nu mochten we door blijven gaan en door het hamsteren van de Europese bevolking zagen we in eerste instantie zelfs de omzet oplopen.’ Het naleven van de strikte RIVM richtlijnen bleken geen groot probleem voor Bryte. ‘Geluk bij een ongeluk’ was dat het Tobama virus (ToBRFV) er al voor had gezorgd dat de hygiëneregels nog strikter werden op de productielocatie. Handen wassen, ontsmetting, bedrijfskleding dat het pand niet verlaat, zelfs een eigen wasserette moest zorgen van voorkoming van een besmetting. ‘Wij hadden al onze processen al zo ingericht dat we voldeden aan de RIVM-richtlijnen. De paden in de kas liggen ver genoeg uit elkaar, dus daar waren geen problemen. Alleen bij begin en eind van het werk en de pauze moesten we voor een oplossing zorgen. Door middel van het werken in verschillende ploegen kon ook hier de RIVM richtlijn worden gevolgd.’

Echter bleef er wel een probleem over. Het transport van de mensen die in de kassen werken van en naar hun verblijfplaats. ‘We werken veel samen met onder andere Tradiro. Normaal gesproken gaat dit bij veel uitzendbureaus met busjes van negen personen. Dit mochten alleen nog maar mensen uit hetzelfde huishouden zijn of uit twee verschillende huishoudens. We hebben direct met Tradiro geschakeld en zijn alleen nog gebruik gaan maken van auto’s met vier personen . De meeste huishoudens van onze medewerkers bestaan uit vier personen, waardoor dit in één auto mocht. Voor het geval dat dit niet mogelijk zou zijn, hebben we spatschermen in de auto’s laten installeren.’

Naast het risico op besmetting van het personeel was er nog een goede reden om het snel en op een veilige manier te organiseren. ‘Het probleem is dat de landelijk politiek de regels opstelt en de lokale overheden deze moeten handhaven. De gemeente Westland liet ons weten hier wel op te controleren, maar niet op te handhaven. Zij zijn bekend met de problematiek in de tuinbouw. De gemeente Vlaardingen en Schiedam, waar de meeste medewerkers verblijven, dachten daar anders over. Zij gingen strenge controles uitvoeren en sloten wijken af om iedereen die in en uit de wijk ging te kunnen controleren. Gelukkig hadden wij onze zaken goed op orde.’

Onverwachte gevolgen van Corona: betere naleving hygiëne en meer vraag naar plastic verpakkingen

Toch heeft het Coronavirus ook nog een onverwachts positief effect op de processen van Bryte. Door het Tobama virus waren de hygiëneregels al flink verder aangetrokken, maar de naleving ervan is onder de zucht van Corona verbeterd. ‘Het virus heeft geholpen om mensen echt bewust te maken van de hygiëneregels. We zien dat dit nu nog meer in de hoofden van onze medewerkers zit en dat deze strikter worden nageleefd. Daarbij merken we dat het zelf wassen van de kleding en deze volledig beschikbaar te hebben op de productielocaties het goed doet bij ons personeel. Zij komen met schone kleren binnen en vertrekken weer met schone kleren. Dus niet meer met vieze kleren naar huis en goede kleding beschikbaar voor iedereen.’

Aan de klantzijde was er een verandering merkbaar. ‘Voor Corona waren klanten veelal bezig om plastic in verpakkingen te mijden. We merken dat in Coronatijd de vraag naar verpakte producten juist weer toeneemt. Het idee van hygiëne wordt versterkt door middel van verpakken. Het maakt de klant dan niet uit of dit in plastic gebeurt. Vanuit Duitsland kwam zelfs het verzoek om alles te gaan verpakken. Duitsland is een grote afzetmarkt. Als wij daar alles, wat nu onverpakt wordt geleverd, moeten gaan verpakken, dan kunnen we wel een Honderdland 2 en Honderdland 3 gaan bouwen.’ Toch is het verpakken flink toegenomen in de Coronatijd. Er wordt nu zo’n 40 procent meer verpakt in vergelijking met vorig jaar. Geen sinecure, zeker niet als je in ogenschouw neemt dat het gloednieuwe distributiecentrum van Coöperatie DOOR op Honderdland nog in gebruik moet worden genomen. ‘Het kraakt en het piept. We draaien nu 24/7 om aan de vraag te voldoen.’

Met DOOR is direct nog een keerzijde van de crisis benoemd. De coöperatieve telersvereniging bestaat om gezamenlijk de strategie voor de afzet en de markt te bepalen. Vele vergaderingen zorgen ervoor dat de cohesie behouden blijft en dat wel doordachte plannen voor de markt worden uitgevoerd. Door niet meer bij elkaar te kunnen komen waren zichtbare en onzichtbare problemen: ‘We moesten de jaarrekening vaststellen. Normaal gebeurt dat door fysiek aanwezig te zijn en te tekenen. Nu moest dat digitaal, maar daar waren geen regels voor. Voor het een heb je Den Haag nodig en voor het ander Brussel.’ wijst Tom op de politieke uitdagingen. ‘Het is allemaal goed gekomen en we zijn blij dat het op deze manier kon. Het kost tijd en moeite, maar misschien biedt dit mogelijkheden voor de toekomst.’

Onzichtbare problemen zitten het in de voor Tom zo belangrijke cohesie binnen de vereniging. ‘Het was goed dat we konden vergaderen met Teams, maar voor de coöperatie die wij zijn, vind ik het ook belangrijk om elkaar te kunnen ontmoeten. Misschien vergaderen we wat veel, maar op deze manier kunnen we met z’n allen achter DOOR staan en de juiste keuzes maken voor de toekomst van onze bedrijven. Dat gaat toch makkelijker als je elkaar gewoon kunt aankijken.’

De Nederlandse tuinbouw geeft visitekaartje af voor de Europese Markt

Behalve flinke investeringen op het gebied van hygiëne en het oplossen van korte termijn problemen, valt tot nu toe de impact van het Coronavirus relatief mee. ‘We hebben het wegvallen van de omzet uit de Gastronomie, Foodservice en Out of Home kunnen goed maken met extra vraag vanuit de Retail. Ons geluk is geweest dat wij een vitale sector zijn. De sierteelt heeft het wat dat betreft veel zwaarder voor de kiezen gehad.’ De toekomst ziet Tom dan ook nog steeds rooskleurig in. Al zou hij graag willen dat alles weer snel terug gaat naar normaal. Met name de onzekerheid die boven de markt hangt, maakt het lastig ondernemen. ‘We willen door zoals we voor de crisis van plan waren. Groeien om schaalvoordeel te blijven behouden en de wedstrijd in tomatenwereld te winnen.’

‘We hebben laten zien dat de productie in Noordwest Europa betrouwbaar en van hoge kwaliteit is. Daarnaast heeft de Europese consument gezien dat gezond en gevarieerd eten belangrijk is. Daar hoort een tomaat bij. Wij willen met Nederland de lokale markt van Europa zijn. Europa weet dat ze op ons kunnen rekenen als het aankomt op kwaliteit en betrouwbaarheid.’ De toekomst na Corona is ongewis, de wedstrijd in de tomatenwereld is nog altijd gaande en de onzekerheid blijft. Een ding weet Tom wel zeker: ‘De consument moet meer tomaten gaan eten’, besluit hij met een lach.